maandag 13 december 2010

Bloemschikken in keramiek



Vazen brengen zonder bloemen al kleur en fleur in huis. Maar vazen worden eigenlijk gemaakt om te vullen met bloeiers. Artistiek keramiek heeft eigen specifieke kwaliteiten die extra kunnen worden benadrukt als ze met de juiste bloemen worden gecombineerd. In de regel zal de kleur van de vaas niet alleen moeten combineren, maar ook ondergeschikt zijn aan het boeket.

Twee factoren spreken een heel grote rol bij het kiezen van de bloemen: de kleur en de vorm van de vaas. Daarnaast moet niet vergeten worden dat ook het interieur van de omringende kamer een invloed heeft op het eindplaatje. Het licht - rechtstreeks, gereflecteerd, daglicht of kunstlicht, van boven of van onderen belicht - draagt ook bij aan het eindresultaat.
Zo verliest paars bij kunstlicht veel van zijn waarde. Groen dat enigszins naar zeegroen overloopt, wordt bij kunstlicht helderder, terwijl mosterdgroen donkerder wordt. Vele mogelijkheden dus om te experimenteren en uit te vinden wat je allemaal mooi vindt onder verschillende omstandigheden.

Vaasvormen
De vorm van de kan/vaas/pot is bepalend voor de bloemen die je erin kunt plaatsen. Elke bloem heeft een andere vorm en steellengte en die past niet overal in. De vorm van de vaas bepaalt ook het aantal bloemen dat erin geplaatst kan worden.

Er zijn grofweg geteld veertien modellen vazen. In keramiek kom je tegen: kelkvazen (met wijkende opening), bolvaasjes (met betrekkelijk kleine halsopening), cylindervazen (recht, met evenveel ruimte aan voet en opening), halsvaasjes (smalle hals, brede bodem), kruiken (tuitvormige hals, met oor), urnen, blokvaasjes (rechthoekig) en pijpvaasjes (hoog met smalle opening). Daarnaast zijn er – meestal in glas uitgevoerd – ook nog coupes (laag met wijde opening), stangenvazen (smal en hoog, naar boven uitlopend), Cognacglazen (laag), flessen, en Florencevazen (middelhoog met smalle hals). Naast deze hoofdvormen zijn er ook diverse tussenvormen. Plus unica.

In een cylindervormige vaas kunnen maar weinig bloemen, omdat er weinig ruimte aan de voet en opening is. Een grote bos bloemen komt hierin stijf te staan. In een kelkmodel komt een grote bos beter tot zijn recht.
Lage wijde vazen zijn geknipt voor een ronde, lage schikking.
Een smalle, slanke, hoge vaas is geschikt voor één bloem met een lange steel.
In kelkvazen komen alle bloemen met lange stelen goed tot hun recht; rozen en gladiolen bijvoorbeeld.
Bolvaasjes vragen om bloemen met een dunne steel met maar weinig blad; lathyrus, anemonen en freesia's.
Bloemen met een lange, soepele steel doen het goed in een cylindervormige vaas; anjers bijvoorbeeld.
In halsvaasjes kun je een drietal anjers, rozen, een seringentak of forsythia met lange steel kwijt.
In kruiken staan chrysanten en anjers te pronken op hun lange stelen.
Een pijpvaas kan maar een enkele bloem of takje bevatten; een roos, gerbera of een blad van de parapluplant (Cyperus).
Het klassieke model van de urn vraag om tijdloze bloemen als dahlia's of zonnebloemen.
Een unica vraagt meestal om een bijzondere bloemsoort; een Strelitzia (vogelbekbloem) bijvoorbeeld.

Bloemen komen in allerlei vormen voor: van aarvormig tot bolvormig en alles daartussenin. Richt bij voorkeur je aandacht op het kunstzinnige van een mooie vaas door bloemen- en plantenmateriaal te kiezen dat zijn lijn structuur en kleur accentueert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten